Huisregels

1. Omgang met lucht en vuurwapens

  • Het schieten met lucht en vuurwapens is een serieuze aangelegenheid en vraagt discipline. Een goede omgang met deze wapens is van belang voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van de andere leden.


2. Algemeen

  • Draag altijd oog- en gehoorbescherming op de schietbaan.

  • Volg de instructies van de wedstrijdleiders en/of baancommandant altijd strikt op.

  • Kijken naar het schieten mag alleen vanuit de kantine of bestuurskamer.

  • In de kantine worden nooit wapens uitgepakt, gedragen of getoond.

  • Alcohol gebruik voor het schieten is niet toegestaan.


3. Veiligheid

  • Kom nooit aan een wapen zonder toestemming van de eigenaar.

  • Behandel een wapen altijd alsof het geladen is.

  • Richt nooit, ook niet spelenderwijs, op iemand.

  • De loop van het wapen wijst altijd in een veilige richting (kogelvanger) De trekkervinger bevindt zich langs de trekkerbeugel en niet in de trekkerbeugel. Controleer bij het ter hand nemen en/of geven of de patroonhouder is verwijderd, er geen patroon meer in de kamer is en de patronen uit de patroonhouder zijn verwijderd.

  • Het wegleggen of wegzetten van een wapen moet men met een geopende grendel of slede en de kamervlag geplaatst hebben (zichtbare veiligheid).

  • Patronen en patroonhouder dienen bij pistolen en karabijnen uit het wapen verwijderd te zijn.

  • Ontspan de slagpenveer, na het ontladen van het wapen, voordat men het wapen opbergt.

  • Wapens en munitie dienen gescheiden te blijven en uit de buurt van kinderen.

  • Ken de veiligheidsvoorschriften van de baan.


4. Veiligheidsvoorschriften

  • Men betreedt de schietbaan geheel op eigen risico.

  • Bij het betreden van de schietbaan wordt het dragen van gehoorbescherming verplicht en een schietbril sterk aanbevolen.

  • De verenigingspistolen worden uitgegeven bij het schijvenbureau en mogen niet verwisseld worden zonder toestemming van de wedstrijdleiders en/of baancommandant.

  • Verenigingsgeweren staan in het rek en mogen worden gebruikt op alle geweerbanen.

  • De geweren en karabijnen dienen na gebruik weer in het rek te worden geplaatst met een geopende grendel.

  • Eigen geweren en karabijnen worden in- en uitgepakt op de daarvoor bestemde plaats (op het schietpunt).

  • Geweren worden vervoerd naar- en vanaf de baan met een geopende grendel en met de loop omhoog.

  • Pistolen en revolvers worden verpakt in koffer of doos naar- en vanaf de baan vervoerd, het gebruik van holsters is niet toegestaan.

  • Het is verboden in de kantineruimte wapens te tonen en/of te dragen.

  • Het is verboden op enigerlei wijze zo met wapens om te gaan, dat enig gevaar voor personen kan ontstaan.

  • Aanwijzingen van de wedstrijdleiders en/of baancommandant dienen direct en stipt te worden opgevolgd.

' Discussie hierover is op de baan niet mogelijk'